
De vorige Vlaamse regering beschermde al 710 hectare watergevoelige open ruimte tegen verharding en bebouwen, waarbij de eigenaars werden vergoed. “Het aanduiden van die gronden is essentieel om water de ruimte te geven en omliggende huizen te beschermen tegen wateroverlast. De gronden blijven waardevol en kunnen perfect andere functies vervullen zoals bos of speelruimte,” zegt Sanne Van Looy.
Het aanwijzen van die watergevoelige gronden moet onderbouwd zijn met wetenschappelijke data, maar ook met kennis van mensen ter plaatse. “Daarom moet dit in overleg met de steden en gemeenten gebeuren, om zo breed draagvlak te creëren en onnodige juridische procedures te vermijden.” Uit een schriftelijke vraag van Van Looy blijkt dat er 20 beroepen zijn ingesteld tegen de eerste reeks aanduidingen van watergevoelige openruimtegebieden. Die hadden betrekking op de afbakening zelf, de motivering ervan en de bouwbeperkingen. “Heldere communicatie is dus cruciaal: mensen moeten weten waarom dit nodig is en hoe ze een vergoeding kunnen aanvragen.”